Abdominale aorta en iliacaal traject
Algemeen
Stenoserend Dilaterend
In het aorto-iliacale traject onderscheiden we stenoserend en
dilaterend vaatlijden. Stenoserend vaatlijden geeft aanleiding tot klachten van
perifere ischemie ingedeeld volgens Fontaine:
Fontaine I asymptomatisch stenoserend vaatlijden
Fontaine II claudicatio intermittens
Fontaine III ischemische rustpijn
Fontaine IV ischemisch weefselverlies
Dilaterend vaatlijden resulteert in aneurysmavorming. Een
aneurysma is gedefinieerd als een dilatatie van een bloedvat van meer dan 1,5
maal de normale diameter. Een aneurysma kan zich op 3 manieren presenteren.
Asymptomatisch aneurysma: Dit is vaak een toevalsbevinding bij
onderzoek ivm een andere aandoening.
Symptomatisch aneurysma: De patiënt klaagt over een pijnlijk
aneurysma of er is sprake van perifere embolieën uit het aneurysma. Het
aneurysma is nog niet geruptureerd.
Geruptureerd aneurysma: Het aneurysma is gescheurd en er is sprake
van een levensbedreigende retro- of intraperitoneale bloeding.
Naast het ware aneurysma, waarbij de aneurysmawand uit alle
vaatwandlagen bestaat, onderscheidt men een vals aneurysma of pseudo-aneurysma.
Een vals aneurysma kan ontstaan na een eerdere vaatoperatie of punctie of na
ander vaatletsel zoals kan optreden bij een trauma of fractuur.
Indicatiestelling
De keuze om bij een patiënt met stenoserend vaatlijden te gaan
behandelen wordt bepaald door de aard en de ernst van de klachten. Bij
claudicatio intermittens wordt veelal gestart met conservatieve therapie in de
vorm van looptraining en de behandeling van risicofactoren. Indien de klachten
ernstiger zijn kan invasieve behandeling in de vorm van een operatie of een
percutane angioplastiek (PTA) worden overwogen.
Bendermacher BLW, Willigendael EM, Teijink JAW, Prins MH. Supervised
exercise therapy versus non-supervised exercise therapy for intermittent claudication. The Cochrane Database of Systematic
Reviews 2006, Issue 2. Art. No.: CD005263.pub2.
DOI:10.1002/14651858.CD005263.pub2.
http://www.mrw.interscience.wiley.com/cochrane/clsysrev/articles/CD005263/pdf_fs.html
Pre-interventie analyse
Nadat op basis van de klachten is vastgesteld dat er een indicatie
bestaat om tot een invasieve behandeling over te gaan wordt aanvullende
diagnostiek in het vaatcentrum afgesproken (de enkel-arm index kan in de
spreekkamer gemeten worden). Aanvullende diagnostiek zal veelal uit duplex onderzoek
bestaan (zie hoofdstuk vaatdiagnostiek). Op basis van de duplex uitslag kan dan
worden besloten om ofwel een PTA ofwel een operatieve ingreep te verrichten.
Patiënten die voor een operatie in aanmerking komen worden preoperatief op de
preassessmentpolikliniek door de anesthesist beoordeeld. Indien een PTA gepland
wordt: geen preassessment noodzakelijk en Ascal hoeft niet gestopt te worden.
Als een patiënt Metformine gebruikt moet de Metformine voor de PTA gestopt
worden en moet het kreatinine voor en na de ingreep gecontroleerd worden. Op
geleide van de uitslagen wordt Metformine na de PTA weer hervat.
PTA voor stenoserend vaatlijden
Bij een korte stenose in de aorta, een stenose of occlusie in de
arteria iliaca communis of een stenose in de arteria iliaca externa kan primair
voor een PTA gekozen worden. Afhankelijk van het resultaat na ballondilatatie
en eventuele intra-arteriële bloeddrukmetingen kan de radioloog besluiten
aanvullend een stent te plaatsen.
Bosch JL, Tetteroo E, Mali WP,
Hunink MG Iliac arterial occlusive disease:
cost-effectiveness analysis of stent placement versus
percutaneous transluminal
angioplasty. Dutch Iliac Stent Trial Study Group. Radiology. 1998;208:641-8.
Operaties voor aorto-iliacaal stenoserend vaatlijden
Bij patiënten die gezien de aard en omvang van de afwijking niet
geschikt zijn voor een percutane behandeling wordt gekozen voor een operatie:
een endarteriectomie of een bypass procedure.
Endarteriectomie
Bij een endarteriectomie wordt het gestenoseerde of geoccludeerde
vaatsegment vrijgelegd en wordt de plaque uit het vat verwijderd waarbij een
groot deel van de media en de intima van de vaatwand worden meegenomen.
Bij een open endarteriectomie wordt een lengte arteriotomie over de
afwijking gemaakt en wordt de plaque met een klein spateltje losgemaakt en
verwijderd waarna het vat met een patch (stukje vene of kunststof (polyester))
wordt gesloten.
Bij een half-gesloten endarteriectomie wordt het vat proximaal en
distaal van de afwijking vrijgelegd en wordt de plaque met de “ringstripper”
los gemaakt en verwijderd. Proximaal en distaal kan met een kleine arteriotomie
worden volstaan. Deze laatste techniek is meer geschikt voor endarteriectomie
van langere trajecten.
Bypasschirurgie
Bij occlusief vaatlijden wordt in eerste instantie gekozen voor
een intra-abdominale bypass procedure, een anastomose in de lies gaat namelijk
gepaard met een hoger infectierisico. Als prothesemateriaal wordt polyester
(Dacron) gebruikt dat met gelatine geïmpregneerd is. De gelatine dient om de
prothese “waterdicht” te maken. Er kan gekozen worden voor een buis- of een
bifurcatie prothese.
Indien een aorta-bifurcatie-bypass wordt aangelegd zullen er
meestal end-to-side anastomosen met de aorta en iliacale vaten gemaakt worden.
Operatietechniek aortabifurcatie-bypass
- Cell saver
- 2 gram mandol iv bij de inleiding
- Mediane laparotomie
- Openen retroperitoneum met mobiliseren van distale
duodenum naar rechts, bij hoge afwijking tot aan de vena renalis
- Proximaal van de afwijking een afklemplaats vrijleggen
- Distaal afklemplaatsen op de aic de aie of de afc
vrijleggen, afhankelijk van localisatie van de afwijking.
- Retroperitoneale tunnel li en re voorbereiden
- Hepariniseren 1 mg/kg lichaamsgewicht
- Proximaal klemmen plaatsen, eventueel zijdelings aorta
afklemmen en anastomose end-to-side met doorlopende Proleen 3.0
- Vrijgeven proximale anastomose
- Distale anastomosen op de zelfde manier aanleggen. Kort
voor voltooien van de anastomose goed flushen van de prothese en naspoelen met
Heparineoplossing om alle debris te verwijderen. Distaal afhankelijk van de
vaatwand Proleen 4.0 of 5.0 gebruiken.
- Sluiten van het retroperitoneum en eventueel de prothese
bedekken met omentumplastiek
In bijzondere gevallen kan voor een extra-anatomische
reconstructie worden gekozen. Twee bekende voorbeelden zijn de
axillo-bifemorale bypass en de femoro-femorale crossover bypass.
Bij de axillo-bifemorale bypass legt men de arteria
subclavia/axillaris vrij via een incisie parallel aan en onder de clavicula. De
arterie kan dan met 2 klemmen worden afgeklemd waarna een end-to-side anatomose
met de axillo-bifemorale bypass (polyester bypass met zogenaamde flow splitter,
ligt in de kast) wordt gemaakt. De prothese wordt subcutaan getunneld naar de
beide liezen waar een end-to side anastomose met de afc gemaakt wordt. Als
hechtmateriaal voldoet Proleen 5.0.
Bij de femoro-femorale bypass legt men in beide liezen de afc vrij
waarna een geringde polyester- of een geringde teflonprothese (PTFE=GORE) met
een diameter van 8 mm subcutaan wordt getunneld en in beide liezen wordt
aangesloten met Proleen 5.0. Ook kan men er voor kiezen de prothese achter de
musculatuur en voor de blaas langs te tunnelen (cave perforatie van de blaas).
Indicatiestelling
Bij een asymptomatisch aneurysma (AAA) wordt de keuze om tot
operatie over te gaan bepaald door de grootte van het aneurysma en de conditie van
de patiënt. Het probleem bij de behandeling van deze asymptomatische patiënten
is het niet onaanzienlijke risico van een electieve operatie (4-6%
mortaliteit). Bij een patiënt in een redelijke conditie (het zijn natuurlijk
altijd oudere patiënten met uitgebreid vaatlijden) is de aneurysmadiameter
waarboven de patiënt mogelijk voordeel kan behalen als een aneurysmaoperatie
wordt verricht gesteld op 55 mm (het zou echter nog zo kunnen zijn dat het
echte voordeel pas bij grotere diameters gaat optreden).
Mortality results for randomised
controlled trial of early elective surgery or ultrasonographic
surveillance for small abdominal aortic aneurysms. The UK
Small Aneurysm Trial Participants. Lancet. 1998
Nov 21;352(9141):1649-55
Bij een symptomatisch aneurysma bestaat de vrees dat de klachten,
met name het pijnlijk zijn van het aneurysma een voorbode is van een
aneurysmaruptuur. Patiënten met een symptomatisch aneurysma worden beschouwd
als spoed patiënten en moeten binnen korte tijd geopereerd worden (<12 uur).
Bij een geruptureerd aneurysma (AAAA) is er sprake van een bloeding
in het retroperitoneum en/of in de vrije buikholte. Dit is een acuut
levensbedreigende situatie en de patiënt moet nadat de noodzakelijke
diagnostiek is verricht direct worden geopereerd. Bij de aankondiging van een
patiënt met een geruptureerd aneurysma worden de volgende personen
gewaarschuwd.
Waarschuwen bij de verdenking op een geruptureerd aneurysma
- SEH
- Vaatchirurg
- Interventieradioloog
- Anesthesist
Preoperatieve
analyse
Asymptomatisch aneurysma
Bij een asymptomatisch aneurysma moet eerst worden vastgesteld of
er een operatie-indicatie bestaat, is het aneurysma groter dan 55 mm? Is de
patiënt in een redelijke conditie? Met echografie kan de diameter van het
aneurysma worden gemeten, de echografie schiet echter te kort bij het exact beoordelen
van de positie van het aneurysma ten opzichte van de nierarteriën en voor de
selectie van patiënten die endovasculair behandeld kunnen worden.
Aanvullende diagnostiek bestaat uit CT-Angiografie (CTA) Bij de
aanvraag vermelden: “CTA volgens protocol preoperatief endoprothese
abdominaal” dit protocol levert de beste vaatbeelden op.
Op basis van de plaats van het aneurysma ten opzichte van de
nierarteriën kan worden bepaald of de patiënt een eenvoudige infrarenale
procedure of een meer complexe juxta-suprarenale procedure moet ondergaan.
Tevens kan met de CTA de anatomische geschiktheid voor endovasculaire
behandeling bepaald worden.
Anatomische
criteria voor endovasculaire behandeling
- Het aneurysma moet voor operatieve behandeling in
aanmerking komen (ø >55 mm)
- De endoprothese moet infrarenaal verankerd kunnen worden
o Infrarenale aorta diameter < 32 mm
o Lengte van de infrarenale hals 10-15 mm
o In de infrarenale hals geen wandstandige thrombus dikker dan 5 mm
- De endoprothese moet ingebracht kunnen worden
o Diameter iliaca externa aan een zijde >7-8 mm
o De contralaterale diameter mag dan kleiner zijn ~ 6 mm
- De endoprothese moet iliacaal verankerd kunnen worden
o Landingszone in iliaca externa met lengte van 15 mm en ø < 22
mm
o Contralaterale iliaca externa mag geoccludeerd zijn of heeft ø
< 22 mm
Twee grote gerandomiseerde studies (DREAM en EVAR) hebben
duidelijke gemaakt wat de plaats van de electieve endovasculaire behandeling
is.
Indicaties
voor endovasculaire behandeling
- Jonge patiënt (< 65 jr) in goede conditie heeft
waarschijnlijk meeste baat bij een conventionele operatie gezien de kans op
langetermijn-complicaties bij een endovasculaire behandeling
- Een patiënt in een slechte conditie, die eigenlijk niet
voor een gewone operatie in aanmerking kan komen heeft geen baat bij een
endovasculaire procedure. De endovasculaire procedure resulteert in deze groep
namelijk een aanzienlijke operatiemortaliteit. Deze patiënten zijn het beste
gediend met een optimaal medicamenteuze therapie.
- De oudere patiënt (>65 jr) in een redelijke conditie
heeft baat bij een endovasculaire procedure (mortaliteit 1% vs 4% bij open
procedure). Dit voordeel gaat na verloop van tijd wel weer verloren.
- D.A. Legemate. Nieuwe argumenten voor endovasculaire versus open
behandeling van patiënten met een aneurysma van de abdominale aorta. Ned
Tijdschr Geneeskd. 2006;150:653-6
- Jan D. Blankensteijn, M.D., Sjors E.C.A. de Jong,
M.D., Monique Prinssen, M.D.et al. Two-Year Outcomes after Conventional or
Endovascular Repair of Abdominal Aortic Aneurysms for the Dutch Randomized
Endovascular Aneurysm Management (DREAM) Trial Group. N Engl
J Med 2005;352:2398-405.
- EVAR trial participants, Endovascular aneurysm repair versus open
repair in patients with abdominal aortic aneurysm (EVAR trial 1): randomised
controlled trial. Lancet. 2005;365:2179-86.
- EVAR trial participants. Endovascular aneurysm repair and outcome in
patients unfit for open repair of abdominal aortic aneurysm (EVAR trial 2):
randomised controlled trial. Lancet.
2005;365:2187-92.
Zowel de patiënt die endovasculair behandeld wordt als de patiënt
die een endoprothese krijgt moet langs de preassessment polikliniek. De
operatie moet binnen 4 weken gepland worden. Bij de open procedure moet bloed
besteld worden in overeenstemming met de chirurgische bloedbestellijst (2E).
Symptomatisch en geruptureerd aneurysma
Het onderscheid tussen een symptomatisch en een geruptureerd
aneurysma kan vaak pas worden gemaakt op basis van aanvullend onderzoek zoals
CTA. Bij een patiënt met een pijnlijk aneurysma of een patiënt met heftige pijn
in de rug en of de buik die in shock is dient zo snel mogelijk de diagnose
geruptureerd aneurysma te worden gesteld dan wel worden uitgesloten.
Om de kans op toename van het bloedverlies te beperken wordt de
patiënt gestabiliseerd volgens het “hypotensive resuscitation principle”. Dat
betekent dat de
bloeddruk bewust laag gehouden wordt en overmatig vullen van de
patiënt wordt vermeden. Streef naar een systolische bloeddruk van ongeveer 80
mmHg.
Roberts K, Revell
M, Youssef H, Bradbury AW, Adam DJ. Hypotensive resuscitation in patients with ruptured
abdominal aortic aneurysm. Eur J Vasc
Endovasc Surg 2006; 31: 339–344.
Er moet met spoed een CTA worden gemaakt met als aanvraag: “Geruptureerd
aneurysma? CTA volgens AJAX protocol.”
Met dit protocol wordt snel een goede afbeelding van de gehele
aorta gemaakt (ook thoracaal).
Als dan blijkt dat er wel een aneurysma aanwezig is dat echter
niet is geruptureerd dan is er sprake van een symptomatisch aneurysma en wordt
met spoed (<12 uur) de procedure als beschreven onder asymptomatisch aneurysma
gevolgd.
Bij een geruptureerd aneurysma wordt de patiënt zo snel mogelijk
geopereerd (direct naar ok). De standaardoperatie bij een aneurysmaruptuur is
een open procedure. In het kader van de AJAX trial kan de patiënt ook
gerandomiseerd worden voor een endovasculaire procedure.
Inclusie
criteria AJAX trial
- Aangetoonde aneurysmaruptuur bij ct-angiografie
- De patiënt moet geschikt zijn voor zowel de open als de
endovasculaire behandeling
- Anatomische criteria endoprothese:
− infrarenale
aortadiameter 20-32 mm
− infrarenale
aortahalslengte 10-15 mm
− diameter
ipsilateraal iliaca segment 8-18 mm
− diameter contralateraal iliaca communis segment 10-20 mm
− aan één zijde
een iliacaal systeem dat voor een endoprothese
toegankelijk is
Zodra duidelijk is of het een endovasculaire of open procedure
gaat worden of indien de diagnose geruptureerd aneurysma verworpen is moet de
planner van de OK gebeld worden. Bij een geruptureerd aneurysma bloed
bestellen: 4 E ongekruist bloed naar de OK, daarnaast 8E erythrocyten+ 5E
thrombocyten en 3E quarantaine plasma.
Aneurysmachirurgie
De twee basistechnieken open chirurgie en endovasculaire chirurgie
worden besproken. Indien een endovasculaire procedure wordt verricht moet de
patiënt op de Carbon tafel worden gepositioneerd en moet de vaat-C-boog op de
Ok beschikbaar zijn. In noodgevallen kan de endovasculaire procedure ook op de
angiokamer gedaan worden.
Open aneurysmachirurgie
- Cell saver gebruiken
- 2 gram mandol iv bij de inleiding
- Patiënt in rugligging, mediane laparotomie
- Vrijleggen van de infrarenale aorta
o Bij een ruptuur: Openen van retroperitoneum en met de
vingers de aorta lokaliseren en links en rechts vrijmaken zodat met spoed de
grote aortaklem geplaatst kan worden (pas op de vena cava en de vena renalis).
Bij een hoog doorlopend aneurysma eventueel bij diafragma afklemmen door
omentum minus te openen en de aorta tussen de crura van het diafragma zo vrij
te leggen dat een klem te plaatsen is (vaak moet dit zonder duidelijk zicht op
het operatiegebied gebeuren).
o Bij een electieve ingreep: door openen van retroperitoneum
links van het duodenum en het mobiliseren van duodenum naar rechts. Vrijleggen
van de aorta tot aan, of bij een hoge klemplaats achter en boven de vena
renalis.
- Eventueel vena mesenterica inferior doornemen.
- Pas bij het mobiliseren van de vena renalis op de
suprarenale vene links en de vena testicularis/ovarica links met daar achter
vaak een lumbaal vene.
- Iliacale klemplaats vrijleggen
o Bij een ruptuur van de aorta kan meestal worden volstaan
met het implanteren van een buisprothese. Het is in dat geval veiliger om de
beide a. iliaca communis te verzorgen met 12Fr Foley blaaskatheters die kunnen
worden opgevoerd in de aic als het aneurysma geopend is. Pas op voor iliacale
beschadigingen door opblazen van de ballon.
o Bij een electieve buisprothese kan meestal ook worden volstaan met
de bovengenoemde procedure met blaaskatheters. Anders moeten de iliaca communis
of iliaca bifurcaties worden vrijgelegd. Pas dan op de achter de arteriën
gelegen iliacale venen
- Hepariniseren (niet bij een ruptuur) 1 mg/kg
lichaamsgewicht
- Afklemmen infrarenaal (en eventueel iliacaal)
- Openen van het aneurysma en eventueel plaatsen van de
blaaskatheters iliacaal.
- Thrombusmassa uit het aneurysma verwijderen (scherpe
lepel) en terugbloedende lumbaalarteriën doorsteken en ligeren (Proleen of
vicryl).
- Prothese uitkiezen (buis of bifurcatie en maatje kleiner
dan je aanvankelijk denkt) Het AMC gebruikt polyester prothesen met gelatine
coating (Gelsoft-plus).
- Proximaal inhechten van de prothese end-to-end volgens
inlay techniek met Proleen 3x0 met MH naald (of kleinere naald bij smalle
aorta). De anastomose eventueel versterken door meehechten van een stripje
teflon-vilt (5-7-mm breed)
- Testen proximale anastomose en eventueel extra steekjes
plaatsen
- Distale
anastomosen volgens zelfde principe (end-to-end)
- Flushen voordat distale anastomosen voltooid zijn
(uitspoelen van debris en testen terugbloeden vanuit distaal)
- Sluiten van de aneurysmamantel over de prothese (revend)
en indien noodzakelijk bij het niet geheel kunnen bedekken van de prothese een
omentumplastiek.
- Eventueel heparine antagoneren.
zie voor een technische beschrijving ook Hoofdstuk 31: Abdominal
aneurysm –open repair. in: Comprehensive Vascular and Endovascular Surgery. JW Hallet, JL Mills, JJ Earnshaw, A Reekers
Eds. Mosby Edinburgh 2004.
Aorta-endoprothese
- Het AMC heeft een groot aantal endoprothesen op voorraad,
er is een speciale set endoprothesen voor het geruptureerde aneurysma (Talent
unilateraal en Zenith unilateraal). Voor electieve patiënten wordt altijd een
endoprothese besteld, controleer of die prothese aanwezig is. Voor acute
patiënten (bijvb symptomatisch aneurysma) kan een prothese worden samengesteld
uit de componenten die op voorraad zijn.
- Patiënt gepositioneerd op de röntgendoorlaatbare Carbon
tafel
- Anesthesietechniek varieert van lokaal anesthesie, spinaal,
epiduraal tot algehele anesthesie De voorkeur gaat bij electieve patiënten uit
naar een regionale techniek. Bij geruptureerd aneurysma bij voorkeur starten
met lokaal anesthesie.
- Tijdens de inleiding 2 gram mandol iv.
- Vrijleggen van de afc in beide liezen (eventueel nadat
locaal anesthesie is gegeven). De afc omteugelen en aan iedere zijde
tabakszaknaadjes leggen met Proleen 5.0 met daarop een doorzichtig slangetje
(snugger) (dubbel uitvoeren)
- Patiënt hepariniseren 1 mg/kg
- Punctie van de afc aan een zijde met punctienaald
waardoorheen een korte slappe voerdraad wordt opgevoerd en waar overheen een
8Fr sheath wordt geplaatst. Controleer of de sheath goed zit door bloed te
aspireren.
- Opvoeren van een double ended (slappe) voerdraad tot in
de thoracale aorta met daar over heen een marker pigtail katheter.
- Wisselen van de slappe voerdraad voor een zeer stijve
Back-up Meier voerdraad.
- Zelfde procedure aan de andere kant waarbij de marker
pigtail katheter in de aorta blijft liggen.
- Over de back-up meier voerdraad de eerder gekozen
endoprothese body inbrengen (geen incisie in de arterie nodig, de tip dilateert
het vat vanzelf)
- Als de prothese ongeveer op de juiste plaats ligt wordt
met de C-boog een subtractie angiogram gemaakt waarop de positie van de
nierarteriën wordt aangetekend.
- De prothese wordt gedeeltelijk ontplooid, er wordt een
tweede angio (met vergroting) gemaakt en de prothese wordt definitief
ontplooid.
- Via de contralaterale sheath wordt nu getracht het
contralaterale prothese pootje in de body aan te haken.
- Plaatsen van de iliacale extensies links en rechts
- Na dilateren met een Reliant ballon (vullen met 1/3
verdund contrastmiddel) en opblazen tot de ballon “langer wordt” ter plaatse
van de proximale stents, de connecties en de distale verankeringsplaatsen.
- Maken van een controle angiogram met contrastinjectie net
boven de prothese terwijl met 50 cc spuiten aan de sheaths in beide liezen
gezogen wordt (om de iliacale outflow in beeld te brengen)
- Verwijderen sheaths en sluiten van de tabakszaknaadjes li
en re.
- Eventueel heparine antagoneren.
zie voor een technische beschrijving ook Hoofdstuk 30: Abdominal
aneurysm – EVAR. in: Comprehensive Vascular and Endovascular Surgery. JW Hallet, JL
Mills, JJ Earnshaw, JA Reekers
Eds. Mosby Edinburgh 2004.
Bij een endoprothese voor een geruptureerd aneurysma zal meestal
gekozen worden voor een aorto-unilateraal systeem. De endoprothese loopt dan
van de aorta naar een van de iliacale vaten. In de contralaterale iliaca wordt
een stop (occluder) geplaatst en de operatie wordt afgemaakt met het aanleggen
van een femoro-femorale cross-over bypass waarvoor een Enduring prothese
(geringde teflon prothese van Gore) met een diameter van 8 mm gebruikt wordt.
Postoperatief beleid
- Bij alle patiënten met een centrale vaatreconstructie
worden een thrombocyten-aggregatieremmer (Ascal) en een statine postoperatief
hervat (tenzij er contra-indicaties bestaan).
- Eerste policontrole na ongeveer 6 weken
De patiënten die een conventionele aneurysma operatie hebben
ondergaan worden gedurende een beperkte tijd poliklinisch vervolgd. Na drie
maanden tot een jaar kan een controle echografie worden gemaakt waarna de
patiënt uit de poliklinische controles ontslagen kan worden.
Patiënten die endovasculair behandeld zijn worden volgens een
apart protocol vervolgd.
Follow-up protocol aorta endoprothesen
- De dag na de operatie worden X-BOZ in 4 richtingen
gemaakt om de positie van de endoprothese tov de LWK vast te leggen.
- De dag na de operatie wordt een controle CTA gemaakt. Op
de aanvraag vermelden: “CTA postoperatief aorta endoprothese abdominaal”.
Op deze CTA wordt wel of niet een endoleak gezien.
- Wel een endoleak op de eerste CTA gezien
o Type I endoleak (tpv proximale of distale verankering) is
gevaarlijk en zal waarschijnlijk de aanleiding zijn om een interventie te
plannen
o Type II endoleak: patiënt komt in een intensief follow-up protocol
terecht
Na 6 weken: polikliniek
zonder onderzoek
Na 3 maanden:
CTA met i.v. contrast volgens protocol:
• CTA postoperatief aorta endoprothese abdominaal
Na 6 maanden:
X-BOZ in 4 richtingen en CTA met i.v. contrast volgens protocol:
• CTA postoperatief aorta endoprothese abdominaal
Na 12 maanden:
X-BOZ in 4 richtingen en CTA met i.v. contrast volgens protocol:
• CTA postoperatief aorta endoprothese abdominaal
- Geen endoleak op de eerste CTA gezien
o Er wordt een minimale follow-up verricht
Na 6 weken:
polikliniek zonder onderzoek
Na 6 maanden:
X-BOZ in 4 richtingen en CTA volgens protocol:
• CT endoprothese zonder contrast abdominaal
Dit wordt
herhaald na 12 maanden en vervolgens jaarlijks
o Bij de minimale follow-up worden de volgende metingen verricht en
vastgelegd in de status
Maximale
aneurysmadiameter in mm
Maximaal
aneurysma oppervlak in mm2
o Bij aangetoonde groei tijdens de follow-up (>10% toename) moet
alsnog een CTA met contrast gemaakt worden.