RECTUMPROLAPS
Algemeen
Te onderscheiden in
uitwendige of inwendige prolaps. De laatste gaat vaak gepaard met rectum
slijmvlies afwijkingen (solitair ulcus). Secundair ontstaan klachten van
incontinentia alvi. Na operatieve correctie treedt er herstel op van de
sfincterfunctie in ongeveer 70% van de gevallen. In de anamnese vaak langdurige
obstipatie met persen, met als gevolg bekkenbodem denervatie. Dit laatste kan
ook ontstaan na een langdurige vaginale partus. Differentiaal diagnose:
anusslijmvlies prolaps(longitudinale plooien in tegenstelling tot de circulaire
plooien bij een uitwendige rectum prolaps).
Diagnostiek
Bij een uitwendige rectum
prolaps is uiteraard geen verdere diagnostiek geïndiceerd. Bij verdenking van
een inwendige prolaps is defecografie het onderzoek van keuze op indicatie
aangevuld met anorectaal funktie onderzoek en sigmoidosopie.
Behandeling
De uitwendige prolaps komt
meestal voor bij oudere patienten met veel co mobiditeit. Hiervoor is de
Altemeier procedure een goede procedure (zie verder) vanwege het feit dat deze
onder regionaal anesthesie kan worden uitgevoerd, nadeel is het hoge recidief
percentage (rond de 30%). Echter bij een recidief kan de procedure simpel
herhaald worden.
Operatie techniek
Er zijn drie mogelijken
voor chirurgische correctie waarbij opgemerkt zij dat er geen gerandomiseerde
serie’s zijn de de verschillende technieken met elkaar vergelijken:
A. RECTOPEXIE
Dit kan simpel gedaan
worden middels fixatie van de dorsale rectumwand op de presacrale fascie met
een drietal geknoopte mersileen hechtingen). Een andere vorm is de rectopexie
volgens Welsh. Hierbij wordt het proximale rectum na mobilisatie semicirculair
gefixeerd aan een reep marlex wat op zijn beurt met niet resorbeerbare
hechtingen gefixeerd wordt aan de presacrale fascie. Bij de rectopexie volgens
Ripstein wordt een circulaire marlex strip gebruikt. Nadeel van beide methoden:
kans op stenosering, kinking en infectie.
Bij de
rectovagino(vesico)pexie wordt het rectum in longitudinale richting gefixeerd
wat een mechanisch voordeel lijkt te zijn, bovendien kan op indicatie de vagina
en/of de blaas mee gefixeerd worden.
Tegenwoordig is er een
terechte tendens om de verschillende vormen van pexie laparoscopisch te
verrichten. Immers hier is de laparoscopie duidelijk in het voordeel ten
opzichte van de open benadering waarbij een relatief grote incisie moet worden
gemaakt voor een op zich kleine ingreep.
B. LOW ANTERIOR RESECTIE (zie voor techniek
aldaar)
Nadeel: kans op
naadlekkage, doch met de dubbele stapling techniek waarschijnlijk veilig.
Recidief percentages in dezelfde orde als bij de rectopexie.
C. TRANSANALE RECTOSIGMOÏDRESECTIE (Altemeier
procedure)
Kan alleen worden
toegepast bij uitwendige prolaps. Techniek: naar buiten luxeren van het rectum,
klieven van het rectum 1 cm boven de overgangszone, circulair openen van de
Douglas plooi, resectie van rectosigmoïd, ventrale of dorsale levator plastiek
en coloanale anastomose geknoopt of doorlopend.
Nadeel: hoger recidief
percentage dan a. en b, doch veel minder belastende ingreep. Geschikt voor
oudere mensen in matige algemene conditie.
Nabehandeling en follow up
Goede regulering van de
ontlasting en persverbod.