Nierarterie-reconstructie

 

Algemeen

Hypertensie heeft bij 10% van de patiënten een renovasculaire oorzaak (ernstige stenosering van de a. renalis). Over het algemeen moet, zeker bij relatief jonge patiënten met een slecht medicamenteus behandelbare hypertensie, een nierarterie-stenose uitgesloten worden. Onbehandelbare hypertensie en/of progressieve nierfunctiestoornissen bij a. renalis stenosering is een strikte indicatie voor operatieve behandeling. In eerste instantie moet in samenspraak met de radioloog een percutane transluminale angioplastiek (PTA) worden overwogen. Indien dit niet mogelijk is, operatieve nierarterie-reconstructie.

Voorbereiding

        • Perfusie renografie om de doorbloeding van de nieren te objectiveren (evt. in combinatie met captopril toediening).

        • Echografie van beide nieren om de grootte te meten (indien te kleine nier en slechte perfusiescan: geen indicatie voor revascularisatie).

        • Selectieve angiografie van beide nierarteriën.

Operatietechniek

Afhankelijk van de lokalisatie van de nierarterie-stenose zijn verschillende technieken mogelijk.

        • Oorsprongsstenose van de nierarterie. In principe trombo-endarteriëctomie (TEA) vanuit de aorta met patch-sluiting (veneus of kunststof).

        • Stenosering > 1 cm van de oorsprong: bypass naar de distale nierarterie m.b.v. vene, kunststof of autologe a. iliaca interna.

        • Stenosering in de hilus van de nier (bij bijv. fibromusculaire dysplasie): werkbank-procedure, waarbij de nier wordt uitgenomen en gekoeld; na reconstructie autotransplantatie op de iliacale vaten.

 

N.B.:Na reconstructie altijd peroperatieve controle m.b.v. Doppler!


 

Post-operatief beleid

        • Patiënt mobiliseren zoals bij iedere laparotomie-patiënt.

        • Instellen op Ascal

        • Ontslag afhankelijk van toestand van de patiënt tussen 7 en 10 dagen.

        • Cave: post-operatieve hypertensie op basis van graft-occlusie (aantonen met renogram en duplex, zo nodig angiografie).

 

Na 3 weken controle afspraak op polikliniek en bij nefroloog.

 

Referenties:

        Nordmann AJ, Woo K, Parkes R, Logan AG. Balloon angioplasty or medical therapy for hypertensive patients with atherosclerotic renal artery stenosis? A meta-analysis of randomized controlled trials. Am J Med. 2003 Jan;114(1):44-50.

        • Leertouwer TC, Gussenhoven EJ, Bosch JL, van Jaarsveld BC, van Dijk LC, Deinum J, Man In 't Veld AJ. Stent placement for renal arterial stenosis: where do we stand? A meta-analysis.Radiology. 2000 Jul;216(1):78-85.

        • van Jaarsveld BC, Krijnen P, Pieterman H, Derkx FH, Deinum J, Postma CT, Dees A, Woittiez AJ, Bartelink AK, Man in 't Veld AJ, Schalekamp MA. The effect of balloon angioplasty on hypertension in atherosclerotic renal-artery stenosis. Dutch Renal Artery Stenosis Intervention Cooperative Study Group. N Engl J Med 2000 Apr 6;342(14):1007-14.

        Galaria II, Surowiec SM, Rhodes JM, Illig KA, Shortell CK, Sternbach Y, Green RM, Davies MG. Percutaneous and open renal revascularizations have equivalent long-term functional outcomes. Ann Vasc Surg. 2005;19(2):218-28.