EPIDURALE ELEKTROSTIMULATIE
Algemene principes
Epidurale Spinale Elektrische Stimulatie (ESES) is een
bekende therapie bij patiënten met ernstige neurologische pijn. Bij patiënten
met pijn op basis van ischemie kan eveneens adequate
pijnbestrijding verkregen worden, waarbij bovendien microcirculatoire
verbeteringen optreden. Elektrische stimulatie van de achterhoorn d.m.v. een epidurale electrode onderbreekt
de pijnstimuli door activering van A-vezels.
Segmentale spinale reflexen remmen vervolgens de sympaticus-vezels
naar de periferie, hetgeen de verklaring kan zijn van de verbeterde
microcirculatie. De epidurale elektrode kan extern
gestimuleerd worden en bij succesvolle therapie vervangen worden door een
programmeerbare pacemaker die subcostaal subcutaan wordt geïmplanteerd.
Indicatiestelling
De indicaties
voor ESES-behandeling zijn onbehandelbare pijn op
basis van ischemie, zoals bij Raynaud,
Südecke dystrofie en atherosclerotisch
obstructief vaatlijden. Bij deze laatste groep patiënten dient elke reconstructiemogelijkheid
uitgesloten te worden. Patiënten met ernstige neuropathie komen niet in
aanmerking voor ESES. Ischemische
ulceraties met een diameter groter dan
Een Nederlandse prospectief gerandomiseerde trial heeft aangetoond
dat microcirculatie-onderzoek nodig is om patiënten
te selecteren die baat kunnen hebben bij deze behandeling, aangezien het niet
voor alle patiënten met niet-reconstrueerbare
kritieke ischemie effectief is. Het blijkt dat vooral
de TcpO2 een voorspellende waarde heeft.
Pre-operatieve analyse
De patiënt
ondergaat de volledige vasculaire invasieve en non-invasieve diagnostiek (macro- en microcirculatie) evenals
Seldinger- of selectieve angiografie. Het gaat hier
overigens om een beperkt aantal patiënten. Een probleem is dat ESES implantatie
niet door de ziektekostenverzekeraars wordt vergoed. De patiënt dient geen anticoagulantie te gebruiken (epidurale
punctie!) en een INR dient pre-operatief bekend te
zijn. De patiënt hoeft niet nuchter te zijn.
Operatie
operatie omstandigheden
< de patiënt
ligt in zijligging met bolle rug
< lokaalanesthesie
< de procedure
geschiedt samen met een anesthesist
< Röntgendoorlichting
< antibiotica:
volgens protocol
techniek
< verticale
incisie (ca.
< introductie
van de elektrode door een Tuohy-naald onder
doorlichting.
< positionering
van de elektrode op het niveau Th10 gevolgd door externe stimulatie. De patiënt
dient paresthesieën te voelen in de aangedane
extremiteit tot en met de tenen.
< bij adequate paresthesieën fixeren van de elektrode aan de fascia thoracolumbalis met niet
resorbeerbaar materiaal (Mersilene).
< bij directe
implantatie voorbereiden van subcutane subcostale pocket en tunnelen van verbindingskabel en neurostimulator (Medtronic, Itrel III).
< zorgvuldig
hechten subcutis en huid.
< transcutaan programmeren van de neurostimulator.
< in geval van
bovenste extremiteiten, dezelfde procedure op thoracaal
niveau.
post-operatief
beleid
< vier uur
bedrust
< neurostimulator instellingen aanpassen (m.b.v.
programmeerkoffer M. Idu / D. Ubbink)
< controle
microcirculatie in overleg met Vaatcentrum
Referenties:
o
Ubbink DT, Vermeulen H. Spinal cord stimulation
for non-reconstructable chronic critical leg ischaemia. Cochrane
Database of Systematic Reviews
2005, Issue 3.
o
Klomp
HM, Steyerberg EW, van Urk
H, Habbema JD, ESES Study Group. Spinal cord stimulation is
not cost-effective for non-surgical management of critical limb ischaemia. Eur J Vasc Endovasc
Surg. 2006;31(5):500-8.